“Ook je tuinbonen opeten Bonnie!” Ik hoor het mijn moeder nog zeggen, way back in de seventies/eighties. Maar ik wilde helemaal geen tuinboontjes, ik vond ze vies smaken. Maar smaak verandert in de loop der jaren en vanavond heb ik gesmuld van een makkelijke tuinbonensoep.

Zelf was ik er niet op gekomen hoor, tuinbonensoep. Maar ik heb toch zo een geweldig nieuw Peruaans kookboek! Het allerprachtigst om te zien (de cover heeft een reliëf van witte tegeltjes), supermooie foto’s en vol met heerlijke, zonnige gerechten.

 Maar goed, van de week vertel ik je meer over het boek en de auteur… Ik mag nl. 2 van deze prachtige kookboeken weggeven!!

Tuinbonensoep uit Peru

In Peru heet de soep Chupe de Pallares Verdes en wordt hij gemaakt met 500 gram verse tuinbonen, waarvan het grijze vliesje is verwijderd. Daar heb ik vandaag geen tijd voor; ik koop twee potjes biologische tuinbonen. Of het net zo lekker smaakt kan ik je niet vertellen, maar mijn variant smaakt echt heerlijk.

Ingrediënten:

  • 500 gram verse tuinbonen (zonder vliesje) of afgegoten tuinbonen uit pot
  • 4 bosuitjes, in ringetjes gesneden
  • 1 prei, fijngehakt
  • 1 stengel bleekselderij, fijngehakt
  • 2 liter groentebouillon
  • Per persoon een kopje rijst of quinoa

Zo maak je de soep met tuinbonen:

Verwarm de bouillon en doe er de tuinbonen, bosuitjes (bewaar wat voor de garnering), prei en bleekselderij bij. Laat een half uurtje zachtjes pruttelen of zolang jij vindt dat de groentes nodig hebben. Doe de rijst of quinoa in de kommen en schep de soep erover heen. Garneer met de overgebleven bosuitjes en strooi er eventueel wat Parmezaanse kaas overheen (ben ik persoonlijk geen fan van. Ik at er wat pittige radijsjes bij).

Eet smakelijk!

Soepfan? Probeer deze dan ook eens: