Burgenland: Oostenrijk maar dan anders (en zo mooi!)

Heb jij weleens gehoord van de Oostenrijkse deelstaat Burgenland. Grote kans van niet. Daar ga ik verandering in brengen. Want Deze on-Oostenrijkse deelstaat is het bezoeken meer dan waard!

Burgenland: Facts and Figures

Burgenland ligt tegen de Hongaarse grens. De deelstaat bestaat sinds 1920, toen Hongarije na WO-I gebied af moest staan aan Oostenrijk. Hoofdstad is Eisenstadt, met ruim 13.000 bewoners meteen ook de grootste stad van Burgenland. Anders dan in veel andere deelstaten, vind je hier geen hoge bergen of wintersportgebieden. Burgenland heeft iets anders spectaculair: De Neusiedler See. Dit is het grootste meer van Oostenrijk en loop voor een kleiner deel door in Hongarije. Ander kenmerk van Burgenland: Wijn! Er wordt ontzettend veel wijn gemaakt, vooral rood. En de Oostenrijkse special: Ausbruch, een zoete kwaliteitswijn.

Vanaf minuut 1 anders en toch Oostenrijks

Na een vlucht van nog geen 3 uur land ik in Wenen. Vanaf daar gaat de reis verder met de bus. We laten Wenen achter ons, richting de Hongaarse grens. Een ritje van 3 kwartier naar onze bestemming in Burgenland. Zo dichtbij Hongarije, dat Budapest wordt aangegeven op de borden. Wat een leuke combivakantie zou dat zijn! Het busje rijdt door een ander Oostenrijk dan ik ken. Uitgestrekte groene vlakten. Bijna Hollands. Windmolens met rood wit gestreepte wieken. Wel de typisch Oostenrijkse bouw. Wit met geel gekleurde huizen met sierlijke bogen en rode pannen. Zalmroze, vriendelijk ogende kerkjes. De zon schijnt, maar verraderlijk, want buiten vriest het. Het weer doet denken aan een goede wintersportdag, maar dan zonder bergen. Van de snelweg af zie je dat dit een wijnstreek is. Velden vol wijnranken, nu nog kaal, straks goed voor de typische minerale wijnen uit deze streek. Wat valt er te doen in burgenland? ? Teveel om op te noemen. Ik doe toch een poging.

St Martins Therme & Lodge: Spa, midden in de natuur

Mijn eerste stop: St Martins Therme & Lodge. Een wellness hotel met thermaal bad. En zoveel meer dan dat! Het hotel ligt in het grootste natuurgebied van Burgenland: Neusiedler See. Grote waterpartijen, veel goudgeel riet, je komt ogen te kort. Binnen trouwens ook. De hotelkamers zijn heerlijk en luxe. En dat uitzicht! Na een heerlijke nacht met vogel getjirp op de achtergrond, schuif ik aan voor het meest riante ontbijt ooit. Vers fruit in overvloed, zoveel soorten muesli en granola dat ik keuzestress krijg. Hartig, zoet, koffie, thee. Je kan het niet bedenken of het is er. Smullen. Natuurlijk bezoek ik ook de Therme. Je kunt hier kiezen uit een enorme hoeveelheid sauna’s. Met geuren, kiezels, infrarood, voor beginners en gevorderden. Na een uurtje stomen, baden, sauna en dompelbad ben ik klaar voor meer van Burgenland.

Neusiedler See

Je kan het niet missen in Burgenland: natuurgebied Neusiedler See. Ik ga er niet 1, maar zelfs 2 keer naartoe. De eerste keer vertrekken we vanaf het hotel en rijden we met een Jeep de rijke natuur in. We zien schapen, inderdaad heel veel vogels, horen het riet ruisen en genieten van een winters zonnetje. Weetje: er komen hier door het jaar heen wel 360 soorten vogels voor. Wauw wat is het hier mooi! De tweede keer beklim ik een uitzichttoren, zien we schuwe witte ezels en scheren de ganzen over mijn hoofd. Genieten! Het meer is zooooo ontstellend groot. Je kan je er geen voorstelling van maken. En wit. Dat komt door het zout uit het grondwater. Mijn bezoeken zijn met een auto, maar je kunt hier ook routes wandelen en fietsen. Dat lijkt me geweldig. Zo zie je nog meer en nog dichterbij!

Wijn, wijn en nog eens wijn

Ja, ik ben een liefhebber. Geen kenner overigens. Maar wijn proeven in Burgenland, dat is zeker geen straf! De 3 wijnmakers die ik bezocht waren alle drie anders. Met als hoogtepunt Pinetz. Hier combineren ze wijn maken met het houden van Alpaca’s. Omdat eigenaar Manual dacht: ‘’we kunnen een grote wijngaard worden of een speciale’’. En dat het speciaal is, is zeker waar. Op de boerderij lopen 18 alpaca’s. Funfact: ze hebben allemaal een naam uit de Harry Potter boeken. In de boerderijwinkel verkopen ze producten van Alpacawol en natuurlijk: wijn. Met een geweldig Alpaca etiket. De wijn is niet biologisch, maar wel zo goed en natuurlijk mogelijk. Op Pinetz maken ze 50/50 rood en wit. En ga er niet weg zonder fles, want je kunt ze nergens anders kopen. De wijnopbrengst wordt volledig verkocht op het wijngoed. Je kunt er trouwens ook heerlijk lunchen. Al het eten is lokaal. Vraag zeker naar de knoflook bloesem!

Seiblhofer

Seiblhofer is de tweede wijnmaker die ik bezoek. Een hecht familiebedrijf. Maar dan wel een hele grote. Ik verdwaal tussen de 100 stalen wijntanks. En dat is nog niet eens alles! Er liggen ook nog eens 4000 houten vaten in de kelder. Hier verkopen ze, let op: 2,5 miljoen flessen per jaar. 80% daarvan blijft in Oostenrijk. Die 2,5 miljoen flessen hebben een duurzaam etiket: het word er niet op geplakt, maar in de fles gebrand. Nog meer duurzaamheid oop de daken: op ieder gebouw van Seiblhofer liggen zonnepanelen. Ze zijn zelfvoorzienend qua stroom en zelfs de elektrische bedrijfswagens worden ermee opgeladen. Bij Seiblhofer kan je ook heerlijk eten! Ik eet er mijn eerste vis uit de Neusiedler See. En dat is zeker niet verkeerd.

Feiler-Artinger

Bij een wijnmaker denk ik onmiddellijk aan een landgoed. Maar Feiler-Artinger vind je in het centrum van het pittoreske stadje Rust. In een pand met een prachtige gevel, achter een grote groene deur, wordt de wijn geperst en krijgt ie alle tijd om op smaak te komen. Gewoon in de kelder onder het woonhuis van de eigenaar en zijn ouders (die het bedrijf overdroegen aan hun zoon, maar zelf ook nog helpen). Specialiteit hier is zoete witte en rode wijn. De druiven komen van de wijngaarden rond Rust. En die zijn goed voor 120.000 flessen per jaar. Die druiven worden hier op de binnenplaats geperst. En de plek in de kelder is eigenlijk nooit genoeg. Ga je hier een wijnproeverij doen? Dan geef ik je 2 tips. Proef hier zeker de Ruster Ausbruch! Zoet en zalig. Vraag ook eens naar de oranje wijn. Tip: ruik niet teveel, maar proef deze vooral. Hoewel geur heel belangrijk is bij proeven, ruikt deze niet heel lekker. Maar de smaak is geweldig. Heel complex zou een wijnkenner zeggen.

Rust

Fieler-Artinger is bijzonder, maar dat geldt eigenlijk voor het hele stadje Rust. Het is het kleinste politieke district in Oostenrijk en 1 van de kleinste stadjes, met slechts 1800 inwoners. En dan tellen we de ooievaars niet mee. Dat zijn er niet zoveel als inwoners, maar wel heel veel. Op zo ongeveer iedere schoorsteen zie je wel een nest. Dat heeft te maken met de zeer actieve Ooievaars vereniging. Er is hier zelfs een ooievaar-ziekenhuis. Rust deelt het bestuur met de hoofdstad Eisenstadt. En alles hier ademt historie. Van de Middeleeuwse muur om de stad, tot het kerkje en het pand van de wijnacademie. Hier kun je je laten opleiden tot sommelier. Maar ook beginnerscursussen om te leren hoe je wijn echt goed moet proeven. Wat ik misschien wel het leukste vond: alle kleurrijke, gedecoreerde gevels.

Podersdorf

Podersdorf is place to be voor de jeugd van Burgenland. Het is de enige plek waar je de Neusiedler See makkelijk in kan lopen. Het heeft een beetje iets van een kustplaats, inclusief een mooie vuurtoren. In de zomer kun je hier heerlijk zwemmen, varen, waterfietsen en zonnebaden. Burgenland heeft de meeste zonuren van Oostenrijk en het regent er bijna nooit. In de winter is het een mooie plek voor een wandeling. Om daarna te eten in Gasthaus zur Dankbarkeit. Deze moet je echt gezien hebben. Een fantastisch ouderwets interieur. Knipmes-achtige kelners. Een heerlijke rose frizzante en weer zalig verse vis. Ook leuk om mensen te kijken. Op zondag is dit DE plek waar Burgenlandse families lunchen. Wel even reserveren, het is er vaak druk.

Appelboomgaard Leeb

In St Andra am Zicksee, een beetje in de middle of nowhere, wordt met veel liefde van alles gemaakt van appels. En niet te weinig ook. Hier halen ze per jaar 300 ton appels van de boom. En van die appels wordt alles gebruikt. Likeur, calvados, appelsap, cider, jam, chutney, chips, je kan het niet bedenken of het wordt er gemaakt. Wat in 2001 begon met een kleine tuin waar mensen zelf appels konden plukken is nu uitgegroeid tot zoveel meer. Sinds 2009 kun je hier rechtstreeks appels en meer kopen in het Appelhuis. En in plaats van een wijnproeverij, doe je hier een appelsap proeverij. En dat is echt heel bijzonder. Nooit gedacht dat er zoveel verschillende smaken appelsap zijn. Mijn favoriet is een appelsap waarin een kaneelstokje is verwerkt. Appeltaart uit een glaasje. Mjam.

Er is nog zoveel meer in Burgenland

Ik ben eigenlijk nog maar halverwege. Want ook Eisenstadt is echt de moeite waard. Het verblijf van de Esterhazys is een must see. Net als de Eisenstadt Bergkirche. Het uitzicht vanaf de top is fenomenaal! Maar weet je, in plaats van er over te lezen, weet ik iets veel beters: Beleef Burgenland lekker zelf. Ik beloof je, het is de moeite waard.