Een houtkachel brengt niet alleen warmte, maar ook sfeer in huis. Maar het aansteken van een houtkachel kan soms lastig zijn. Een goede start zorgt ervoor dat het vuur lekker door blijft branden zonder dat je voortdurend moet bijstoken. Hier zijn een paar manieren om je houtkachel moeiteloos brandend te krijgen!
1. De klassieke methode: aanmaakblokjes en klein hout
Dit is de meest bekende manier om een houtkachel aan te steken en werkt vrijwel altijd goed.
Stappen:
1.Begin met twee of drie aanmaakblokjes in het midden van de kachel.
2.Bouw er een ‘tentje’ van klein, droog hout (aanmaakhout) omheen. Hoe droger het hout, hoe beter het vuur zal pakken.
3.Steek de aanmaakblokjes aan en laat het vuur opbouwen.
4.Zodra het hout goed brandt, voeg je langzaam grotere houtblokken toe.
Tip: Zorg ervoor dat de luchttoevoer volledig openstaat, zodat het vuur genoeg zuurstof krijgt om aan te wakkeren. Als de grotere blokken goed branden, kun je de luchttoevoer iets verminderen.
2. De ‘Top Down’ methode: groot hout bovenop
De top-down methode is ideaal voor een langdurig vuur. Het voordeel is dat er minder rook ontstaat, omdat het vuur van bovenaf naar beneden brandt.
Stappen:
1.Plaats twee of drie grote houtblokken onderin de kachel.
2.Bouw daarboven een laag aanmaakhout en kleinere houtjes.
3.Leg bovenop enkele aanmaakblokjes en steek deze aan.
4.Het vuur zal langzaam van boven naar beneden branden, en de grote blokken zullen geleidelijk vlam vatten.
Tip: Deze methode duurt iets langer om op gang te komen, maar levert wel een schoon en rustig vuur op zonder veel rook.
3. De Zwitserse methode: compacte stapel met luchtstroom
De Zwitserse methode is perfect als je in een handomdraai een goed vuur wilt. Hier stapel je het hout op een manier waarbij veel lucht circuleert.
Stappen:
1.Leg enkele aanmaakblokjes op de bodem van de kachel.
2.Bouw hierop een ‘stapel’ van dunne houtjes tot iets grotere stukken, maar stapel ze niet te dicht op elkaar.
3.Laat voldoende ruimte tussen de stukken voor een goede luchtstroom.
4.Steek de aanmaakblokjes aan en laat het vuur rustig opbouwen.
Tip: Houd de deur van de kachel een klein stukje open totdat het vuur goed brandt. Dit zorgt voor een extra zuurstoftoevoer en voorkomt rookvorming.
4. De ‘kampvuur’ methode: kruislings stapelen
Deze methode lijkt op hoe je een kampvuur maakt en is geschikt voor kachels met genoeg ruimte.
Stappen:
1.Plaats twee grote houtblokken onderin.
2.Leg daarboven twee kleinere blokken, dwars op de onderste blokken.
3.Bouw op deze manier een ‘toren’ met steeds kleinere stukken hout, en eindig met aanmaakhout bovenop.
4.Leg een paar aanmaakblokjes bovenin en steek ze aan.
Tip: Deze methode werkt goed voor kachels met veel luchttoevoer, omdat de kruislings gestapelde blokken zorgen voor een open structuur en goede luchtcirculatie.
5. De ‘snelle opstarter’: gebruik een houtkrul of krantenprop
Heb je haast? Dan kun je de houtkachel aansteken met een houtkrul of prop krantenpapier om snel een vlam krijgen.
Stappen:
1.Leg een paar aanmaakblokjes op de bodem.
2.Voeg enkele houtkrullen of propjes krant toe.
3.Bouw er een kleine stapel aanmaakhout bovenop.
4.Steek de krullen of kranten aan en voeg grotere stukken hout toe zodra het vuur goed brandt.
Tip: Zorg ervoor dat het papier niet te dicht bij de randen ligt, om rookvorming te voorkomen. Gebruik het als een snelle oplossing als je even snel een vuur wilt aansteken.
De houtkachel aansteken, welke manier werkt voor jou?
Elke methode heeft zijn voordelen, afhankelijk van je houtkachel en voorkeur. De klassieke methode is snel en betrouwbaar, de top-down methode zorgt voor een schoner vuur, de Zwitserse methode biedt een goede luchtstroom, de kampvuur methode werkt goed bij grotere kachels, en de snelle opstarter is handig als je even snel wilt beginnen. Probeer uit welke methode jouw houtkachel het beste brandend houdt en geniet van de warmte en sfeer!
Recent Comments