Ergens diep weggestopt in een kast ligt ie vast: je spiegelreflexcamera. Daar ligt ie omdat je eigenlijk niet goed weet hoe je ermee moet omgaan en hoe je je camera moet instellen om goede foto’s te maken. Herkenbaar? Daarom ga ik (Saskia) je helpen met een serie cameratips voor dummies. In dit artikel vertel ik je wat meer over diafragma.

Van de term diafragma heb je vast al eens gehoord. Maar wat is het nu precies? Het diafragma is de grootte van de lensopening die bepaalt hoeveel licht er doorgelaten wordt op de sensor die in je camera zit. Eigenlijk kun je ’t een beetje vergelijken met de ogen van een kat. Als de zon buiten volop schijnt vernauwen de ogen van een kat zich tot hele kleine spleetjes. Is het buiten donker dan vergroten de pupillen van de kat zich zodat hij toch goed kan zien in het donker. Dat is precies wat een diafragma ook doet.

diafragma

Diafragma en de getallen

De mate van lensopening, dus eigenlijk de mate waarin er licht op je pupil of lens valt, wordt aangegeven met een getal: het f-getal. En daar is iets raars mee aan de hand. Want hoe groter de lensopening, hoe lager het getal. Ik geef toe: ik vind het ook nog steeds een beetje lastig en verwarrend. Maar wellicht helpt onderstaande afbeelding je een beetje.

diafragma

 

 

Onthoud: een laag f getal = grote lensopening. Dan geldt automatisch het omgekeerde: een kleine lensopening = een hoog f getal.

 

Hoe stel ik het diafragma in?

Het diafgrama werkt in “trapjes” (of in fotografieterminologie: “stop”): elk trapje/stop wat je instelt heeft effect op de halvering (instellen naar links) of verdubbeling (instelling naar rechts) van het licht dat op je lens valt.

Het diafragma gaat hand in hand met het instellen van je sluitertijd. Als je het diafragma kleiner maakt (dus een hoger getal, bijv. f/2.8 naar f/4) moet je ook de belichting aanpassen op een dusdanige manier zodat je dezelfde belichting krijgt. Je moet immers proberen dezelfde hoeveelheid licht op je sensor zien te krijgen, want anders wordt je foto te licht of te donker.

De instelling verschilt natuurlijk per merk camera én per soort lens. Sommige lenzen hebben een heel groot diafragma (dus klein getal) dan andere lenzen. Heb je een lens die een heel laag f-getal heeft dan spreek je van een lichtgevoelige lens; dit zijn (helaas) vaak de duurdere lenzen.

Mijn tip aan jou:

Als je net begint met diafragma dan zou ik mijn camera niet meteen op de M-stand (manual) zetten, maar op de AV-stand (bij Canon, bij Nikon is dit de A-stand). Daarin kun je het diafragma zelf handmatig instellen, je camera zoekt dan zelf de benodigde sluitertijd erbij. Wel zo handig.

diafragma

Hoe kun je spelen met het diafragma?

Nu je dit weet kun je gaan spelen met je diafragma. Zelf ben ik fan van foto’s met een onscherpe achtergrond. Je weet wel: het beeld op de voorgrond is heel scherp, maar de achtergrond is wazig. Dat kun je bereiken met je diafragma. Onthoud dat hoe hoger het f-getal zoals f/18 of f/22 hoe meer delen van je foto scherp worden. Als je fotografeert met een hoog f-getal dan moet je er wel op letten dat je lens langer openstaat om voldoende licht te vangen; hierdoor is de kans dat je een onscherpe foto maakt groot. Maak dan gebruik van een steuntje in de vorm van een muurtje of natuurlijk een statief.

diafragma

Dit is een foto van een mengpaneel. Ik heb hierbij gebruik gemaakt van de AV-stand waarbij ik het diafragma ingesteld heb op f/3.5. HIerdoor zie je de eerste rij knoppen scherp, terwijl de rest wazig is.

diafragma

Deze foto maakte ik met een hoog f-getal (klein diafragma dus), namelijk f/11. Hier zie je dat er geen sprake is van een wazige achtergrond. 

Onthoud:

  • Wil je een onscherpe achtergrond kies dan voor waardes kleiner dan f/5.6 of kleiner
  • Wil je meer delen scherp hebben kies dan voor een diafragma van f/8 of f/10
  • Als je sluitertijd te lang wordt en de kans op een bewogen foto toeneemt, neem dan een statief mee

En, heb je wat aan deze cameratips voor dummies?

Welke onderwerpen zou je nog meer graag behandeld willen zien de komende tijd?